Skip to main content

To do voor 1 april 2020: arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd vastleggen voor lage WW-premie

10 maart 2020
Aniek Thissen

Misschien zijn er bij u in het bedrijf werknemers die op basis van een contract voor bepaalde tijd zijn begonnen, en die vanzelf in vaste dienst zijn gekomen. Vanzelf, dus zonder nadere schriftelijke overeenkomst. Daar moet u iets mee doen, en wel voor 1 april a.s. Geen grap.

Het doel van de per 1 januari 2020 in werking getreden Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten verbeteren. Een van de in dat verband getroffen maatregelen betreft de zogeheten WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract. Die houdt het volgende in:

Voor alle flexibele dienstverbanden geldt standaard de hoge WW-premie. Daaronder vallen werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, maar ook uitzendkrachten die een uitzendovereenkomst hebben met een uitzendbeding. De hoge WW-premie is ook van toepassing bij een fictieve dienstbetrekking.

Uitgezonderd van de hoge WW-premie zijn:

  1. praktijkovereenkomsten met BBL-leerlingen, voorzien van dagtekening en in de administratie opgenomen, waarbij u daarnaast ook een arbeidsovereenkomst met de BBL-leerling heeft;
  2. arbeidsovereenkomsten met werknemers jonger dan 21 jaar die maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van vier weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand verloond hebben gekregen. De duur en aard van het contract zijn niet relevant.
  3. uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO), zowel indien UWV de uitkering rechtstreeks aan de werknemer betaalt als indien de werkgever de uitkering van UWV ontvangt en aan de werknemer doorbetaalt of als de werkgever eigenrisicodrager is en de uitkering zelf betaalt.

Als werkgever betaalt u de lage WW-premie voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Ontbreekt de schriftelijke vastlegging, dan wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. U bent dan de hoge WW-premie verschuldigd. U heeft nog tot 1 april 2020 de tijd om te voldoen aan deze administratieve vereisten voor de lage WW-premie.

Het verschil in premie per werknemer die modaal verdient is best de moeite waard: maar liefst 5 procentpunten verschil. De lage premie is vastgesteld op 2,94% en de hoge premie op 7,94%.

Wanneer moet u actie ondernemen en wat moet u dan doen?

Indien u werknemers voor onbepaalde tijd in dienst heeft, maar:

  • er nooit een arbeidsovereenkomst op schrift is vastgelegd;
  • de schriftelijke arbeidsovereenkomst is zoekgeraakt;
  • de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur door tijdsverloop een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is geworden, maar de oorspronkelijke schriftelijke arbeidsovereenkomst niet is aangepast of niet in een apart document is vastgelegd dat sprake is van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

Wat moet u doen:

  • voor 1 april 2020;
  • een schriftelijk addendum opstellen waaruit blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is;
  • het addendum zelf en door uw werknemer laten ondertekenen;
  • het addendum bewaren bij de loonadministratie;
  • op de loonstrook vermelden of er een schriftelijke arbeidsovereenkomst (of schriftelijk addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst) is overeengekomen, en vervolgens dient in de loonaangifte met de indicatie 'Ja/Nee' aangegeven te worden of sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst.

Een digitale arbeidsovereenkomst en digitale ondertekening of instemming via e-mail of een HR-systeem is ook toegestaan.

Coulanceregeling tot 1 april 2020

Voor arbeidsovereenkomsten van werknemers die voor 1 januari 2020 in dienst zijn getreden, mag tot 1 april 2020 de lage WW-premie nog worden afdragen, ook als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (die geen oproepovereenkomst is) nog niet schriftelijk is vastgelegd, of als de arbeidsovereenkomst of het addendum nog niet door beide partijen is ondertekend. In de loonaangifte mag dan toch ‘Ja’ geantwoord worden op de vraag of sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst.

Indien niet voor 1 april 2020 de door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst of het addendum in de loonadministratie aanwezig is, maar de arbeidsovereenkomst wel voortduurt na 31 maart, dan is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.

Zie voor een nadere en uitgebreide toelichting op voormelde regelgeving de website van de Rijksoverheid en het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW.

De Belastingdienst stelde een handige infographic op met daarin een ja-ja-nee-check.

Neem bij vragen gerust contact op met Frits Bienfait of Aniek Thissen, via e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefonisch: 010-2888814.

Meer nieuws