Wij staan een zeer groot aantal Rijnvarenden bij van wie door de Belastingdienst dubbele premies volksverzekeringen zijn geheven. Dubbel, omdat ook in de lidstaat van de werkgever premies sociale volksverzekeringen zijn afgedragen. De Belastingdienst heft deze dubbele premies volksverzekeringen omdat de Sociale Verzekeringsbank heeft besloten dat het Nederlands sociaal verzekeringsrecht van toepassing is, hoewel er ook al is betaald in de lidstaten waar de werkgever gevestigd is.
Mr. Marius van Dam ontving op 28 augustus 2019 de uitspraak van het gerechtshof te Den Bosch ten aanzien van heffingen door de Belastingdienst, waarover ook al door de werkgever in Luxemburg premies volksverzekeringen waren betaald. Klik hier voor het persbericht van het gerechtshof en klik hier voor de uitspraak zelf.
Door ons is aangevoerd dat door zowel de Belastingdienst als de Sociale Verzekeringsbank de (sinds 1 mei 2010 verscherpte) procedure voor het vaststellen en heffen van premie volksverzekeringen niet zijn nageleefd. De Centrale Raad van Beroep en het hof Den Bosch oordelen dat door de Sociale Verzekeringsbank en de Belastingdienst ten onrechte deze sinds 1 mei 2010 geldende Europese voorschriften niet worden nageleefd. De Centrale Raad van Beroep draagt de Sociale Verzekeringsbank op om met inachtneming van de geldende Europese procedures een nieuwe beslissing ter zake van het toepasselijk sociaal verzekeringsrecht vast te stellen. Het hof Den Bosch volgt ons argument dat de Rijnvarenden van het kastje naar de muur worden gestuurd. De Inspecteur verwijst naar de Sociale Verzekeringsbank en de Sociale Verzekeringsbank naar de Inspecteur. Het hof oordeelt dat noch de Belastingdienst, noch de Sociale Verzekeringsbank, noch politiek de Europese verplichtingen lijken na te kunnen nakomen, die toch al sinds 1 mei 2010 gelden om dubbele heffing te voorkomen.
Het duidelijke oordeel van het hof is dat op de door de Belastingdienst geheven premies volksverzekeringen de in Luxemburg afgedragen premies in mindering smoeten worden gebracht.
Met de uitspraken van 28 augustus 2019 van de Centrale Raad van Beroep en het hof Den Bosch is een grote stap gezet in een rechtvaardige oplossing voor de problematiek van de dubbele premieheffing voor Rijnvarenden wegens besluiten van de Sociale Verzekeringsbank.
Een en ander kan echter nog een vervolg krijgen indien de Sociale Verzekeringsbank opnieuw besluit dat Nederlands sociaal verzekeringsrecht van toepassing is, terwijl de Belastingdienst de mogelijkheid heeft om cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad.
UPDATE: zie de blog van 20 juli 2020. De Hoge Raad heeft bij arresten van 10 juli 2020 o.m. de uitspraak van het gerechtshof Den Bosch vernietigd.
